Al jaren ben ik voorstander van los schrijven ofwel het ongebonden schrift voor kinderen die hun visuele leersysteem voorrang geven (dyslexie, dyscalculie, beelddenken, adhd e.d.) en daardoor problemen hebben met taal en spelling. Vaak is het handschrift van deze kinderen niet het netste van de klas (understatement 😉 ). Door de lussen van de geschreven b, l, e, k en f zien ze, als er een aantal van die letters achter elkaar staan, door de lussen de letters niet meer. Ditzelfde gebeurd met de pootjes van de m, n, w en v. Wanneer deze kinderen losse letters mogen gebruiken kunnen ze de woorden zelf beter lezen en maken daardoor minder spellingsfouten. En niet geheel onbelangrijk, het ziet er ook nog eens veel netter uit.
Niet alle leerkrachten zijn altijd blij met mijn advies om een ongebonden schrift te gaan gebruiken voor deze leerlingen. Ze ‘moeten’ tenslotte ook aan elkaar leren schrijven. Euh…..Ja?? want……??? Het vergt moed voor een leerkracht en school om buiten de vaste kadertjes (vaste methodes/manieren) te werken en te denken.
Voor een poosje terug had ik een ib-er in de praktijk voor een leuke knul die ik begeleide. De ib-er kon zich in mijn idee om hem los te laten schrijven wel vinden maar wilde wel graag dat de ergo therapeute zich hierover zou buigen.
Een paar weken later kreeg ik een verslag van de ergo- therapeute (met complimenten ) dat, na verschillende testjes, het advies naar school is gegaan om deze jongen een niet gebonden schrift te laten gebruiken en dit te stimuleren.
Wat een fijne verandering voor deze knul die nu meer mogelijkheden krijgt om zich beter te kunnen ontwikkelen en zijn eigen kadertjes te plaatsen. Soms moet je buiten de lijntjes kunnen kleuren!!